Dragon is een overblijvende plant die op alsem lijkt. Alleen jonge scheuten worden gebruikt bij het koken, ze hebben een scherpe en scherpe smaak, kruidig aroma. Ze worden verzameld aan het begin van de bloei van dragon. Mensen noemen deze plant dragon en dragon.
Kies je recept
Dragon wordt veel gebruikt bij het conserveren, beitsen en weken van peren en appels. In China smaken rijst, gekookte vis, mayonaise en sauzen dit kruid. Dragon wordt gebruikt bij de bereiding van asperges, bloemkool, bonen, champignons en vlees: kalfsvlees, lamsvlees, varkensvlees en lamsvlees. En om de smaak van dragon in het gerecht volledig te onthullen, moet je citroensap toevoegen. Trouwens, als je vlees met vers gras wrijft, zullen er geen vliegen op landen.
Dit kruid wordt ook toegevoegd aan de eerste gerechten, maar slechts een paar minuten voor volledige bereidheid, anders zal de bouillon bitter blijken te zijn. Met dragon kun je rijke sauzen bereiden voor vlees en vis. Een haringschotel past bijvoorbeeld perfect bij dragon, kippendooier en mosterdsaus. Meng 1 theelepel om het te koken. suiker, zout, 2 gekookte en gehakte dooiers en 1 eetlepel mosterd, giet voorzichtig 2 theelepel. plantaardige olie, voeg 1 theelepel toe. citroensap en gehakte verse dragon. ½ theelepel kan ook aan deze saus worden toegevoegd. honing en witte gemalen peper.
Dit kruid was vooral populair in Frankrijk; het is toegevoegd aan de beroemde Bearnese-saus. In de Kaukasus en de mediterrane landen maken jonge scheuten deel uit van vele salades.